Onlangs sprak ik met een gezondheidspsycholoog over het fenomeen tussendoortje. Eigenlijk is het vreemd dat de moderne mens de hele dag loopt te grazen. In mijn kinderjaren, de jaren zestig van de vorige eeuw, hadden wij naast onze drie maaltijden per dag alleen bij bijzondere gelegenheden iets extra’s tussendoor. Waar komt ons tussendoortje eigenlijk vandaan? Om hier een antwoord op te geven ben ik via Delpher in oude kranten gedoken om de geschiedenis van het tussendoortje in beeld te brengen; van de opkomst van het fenomeen tot het jaar 1980.
Het eerste tussendoortje
In november 1963 verschijnt voor het eerst het woord tussendoortje in een krantenadvertentie in relatie tot voeding; een advertentie voor de vla-flip. De Algemene Vereniging voor Melkvoorziening plaatst de advertentie. Deze organisatie is in 1963 bij elkaar gekomen om iets te bedenken ter ondersteuning de toenmalige melkboer. Er moest een consumentenvraag worden gecreëerd die melk, kaas en boter moest overstijgen. De directeur van Melkinrichting Van Grieken vertelt tijdens deze vergadering dat hij de huisvrouwen die zijn bedrijf bezoeken, een toetje aanbiedt dat bestaat uit een laagje ranja, gele vla en yoghurt. De aanwezigen zijn direct enthousiast, op die manier kan de melkboer ook ranja kan gaan verkopen! De heer Mertz oppert de naam vlaflip en de aanwezigen zijn direct enthousiast. De promotiecampagne kon van start!
Nieuwe tussendoortjes
In 1969 staat er in het Parool een artikel over ‘kaas uit het vuistje’ – een term die door het Nederlands Zuivelbureau in 1963 werd geïntroduceerd – als tussendoortje bij de sherrykuur. Dat de zuivelindustrie vooral voor eigen parochie preekt, blijkt uit een artikel in de Trouw van 3 november 1972. Daar wordt op een zuivelmanifestatie door het Nederlands Zuivelbureau een zuiveldieet geïntroduceerd. Hoewel ze zelf aangeven dat groenten, fruit, vlees en ‘meelkost’ ook nodig zijn, bestaat hun dieet uit vooral producten die van de melkveehouderij komen. Pikant detail van dit dieet: voor mannen zijn tussendoortjes toegestaan maar vrouwen moeten zich vooral onthouden van deze tussendoortjes.
In 1970 verschijnt er een artikel in de Telegraaf met als kop Zet dagelijks fruit op het menu! Fruit kan als tussendoortje genomen worden vanwege de goede maagvulling en weinig calorieën. Fruit zou ook beter voor de tanden zijn dan al het snoep dat in die tijd werd verkocht: 900 miljoen gulden aan snoep in 1971! In de jaren 70 kwam ook de banaan als exotische vrucht als tussendoortje in aanmerking. Dat deze niet zo populair leek te zijn in het begin, kwam door de heersende opvatting dat bananen dik zouden maken. Dole Food Company probeert in 1979 deze misvatting recht te zetten door een advertorial voor dit “brokje gele gezondheid” in diverse kranten.
In december 1970 worden bonbons als tussendoortje genoemd. Het artikel begint nogal kritisch met “Er wordt me wat afgegeten op de dag van vandaag!”. Later blijkt het een advertorial te zijn van de Bijenkorf voor luxe pralines met likeur zoals advocaat, rum en cognac. De chocoladerepen doen hun intrede in de tweede helft van de jaren zeventig. Nuts, met “gezonde hele noten”, is de eerste die in een advertentie wordt aangeprezen in de krant. De Milky Way en Mars, in mini-uitvoering en beiden gebruikmakend van dezelfde advertentie, konden niet achterblijven en zij hadden als extra dat deze koud geserveerd zouden moeten worden (Figuur 4 en 5. Diverse kranten).
Verkade introduceert in 1976 de Maraton. Dit is een “krokant gebakken tarwe-sandwich met naar keuze een vulling van pittige kaas-crème of pikante pinda-saté”. Deze introductie is gekoppeld aan een fotowedstrijd waar maar liefst 1000 gulden te winnen zijn.
Hoewel er in de oude kranten weinig advertenties te vinden zijn over chips, zoutjes en pinda’s wordt er in 1973 al besproken dat het winkelschap met de chips, zoutjes, zoute stengels en pinda’s van aanzienlijke omvang is.
(Figuur 6. Verkade adverteert voor de Maraton in diverse kranten, 1976)
Snack een blijvertje?
In 1971 schrijven het Algemeen Dagblad en het Vrije Volk over de Horecavakbeurs in de RAI van dat jaar. De aanwezige ondernemers stelden vast dat de snack niet meer weg te denken is uit het gejaagde leven wat er ook voor zorgde dat er snel gegeten moest worden. Economen en mensen van KLM en Philips laten weten dat het tussendoortje een gat in de markt gaat opvullen. Mevrouw Bakker van het Voorlichtingsbureau voor de voeding meende zelfs dat snacken goed voor de gezondheid is zolang de twee (?) hoofdmaaltijden maar lichter gemaakt worden en goede vetten bevatten, en “niet te veel van het goede te genieten”. Toch wint bijvoorbeeld de snackbar terrein. Hoewel het in deze tijd al helder is dat vette snacks kunnen leiden tot overgewicht en hart- en vaatziekten, weten de snackbars in 1973 vele klanten te trekken. En ook de ontwikkeling van elektrische apparaten staat niet stil om onze steeds groter wordende drang, aangezwengeld door producenten, naar tussendoortjes te stillen. In 1974 werd de magnetron geïntroduceerd en in het artikel wordt gewaarschuwd dat mensen die dol zijn op warme tussendoortjes nu veel sneller dan goed voor hen is, kunnen bereiden.
Waarschuwingen
Hoewel mevrouw Bakker van het Voorlichtingsbureau voor de voeding aangaf dat meerdere kleine maaltijden per dag beter zouden zijn dan 2 grote maaltijden, is er in 1972 al kritiek te horen op deze nieuwe ontwikkeling in ons eetgedrag, aangeprezen door de reclames. Dit artikel verhaalt ook als eerste over de Ligakoek die velen van ons wel kennen. Omdat de Ligakoek werd aangeprezen in de reclame als babyvoeding, dacht men dat het een verantwoord tussendoortje was maar het was toen al duidelijk dat deze koeken veel suiker bevatten die een bijdrage konden leveren aan overgewicht bij kinderen. De problemen voor Liga bleven voortduren. In 1979 werd het bedrijf op de vinger getikt omdat ze hun Liga aanprezen als “het gezonde tussendoortje”. Hoewel hun koek geen suiker bevatte, zaten er wel andere zoetstoffen in die ze niet vermeldden, en dat kinderen die Liga eten sterkere tanden en botten zouden hebben, was helemaal een leugen.
In 1975 plaatst Trouw een kort artikel over het gevaar van snoep als tussendoortje. Het bederft het gebit en de eetlust. Het is dan al bekend dat verpakkingen en reclame de consument onvolledig voorlichten over de ingrediënten en energetische waarde van snoep en chocolade. In augustus 1979 besteedt het Algemeen Dagblad in een artikel aandacht aan het gebruik van het woord gezond in de reclame. Het blijkt dat de Reclameraad en Reclame Code Commissie niet altijd even kritisch zijn op de inhoud van de reclames van die tijd. “Gezond of gezonder als aanprijzing voor een voedingsmiddel … is op zichzelf al misleidend”.
(Figuur 7. Het Parool 26-05-1972)
En nu?
Het tussendoortje als aanduiding voor iets te eten tussen de hoofdmaaltijden door, is ontstaan in de vroege jaren zestig van de vorige eeuw. Onder invloed van belangenverenigingen zoals het Nederlandse Zuivelbureau, voedingsproducenten en de horeca werden er consumentenvragen gecreëerd waarvan mensen niet eens wisten dat ze die hadden om ondernemers te helpen om meer producten te verkopen. Door de welvaart na de wederopbouw werd dit gretig opgepikt door de Nederlandse consument. En hoewel er al snel werd gewezen op de nadelen van het tussendoortje zijn we inmiddels aanbeland in een graascultuur waarin mensen de hele dag door eten. Wat hiervan de gevaren zijn, zagen we 50 jaar geleden dus al in de media maar het lijkt er niet op dat consumenten zich daar veel van aan zullen trekken zolang al dat lekkers via flitsende reclames worden aangeprezen als onmisbaar.